Natuurlijk begrijp ik de tekst van het liedje van Marco
Borsato “Afscheid nemen bestaat niet”… natuurlijk weet ik wat hij vertelt. Hij
omschrijft het gevoel, dat een dierbaar persoon die overleden is, in elk
zuchtje wind en elke veer, in elke vlinder en elke gedachte bij mij zal
blijven. Ik ben het compleet met hem eens.
Maar om te weten, dat het afscheid niet echt bestaat, moest ik eerst ervaren,
dat ik afscheid heb genomen van het lijfelijke bestaan van mijn kind. Thuis was
de leegte bijna tastbaar. In mijn leven droop het gemis, door mijn ademhaling
heel. In mijn lichaam sloeg mijn hart vertraagd en de zon kon de kou en de
duisternis niet laten verdwijnen. De trein van mijn leven, was op een ander
spoor komen te staan en met die trein moest ik mijn route verder gaan, terwijl
er één wagonnetje minder aanhaakte. Geen vrolijk geratel, geen stoeltje dat
bezet werd, geen halte waar voor gestopt mocht worden. Leegte.
Het afscheid moest wel degelijk genomen worden. Een deel van mijzelf liet ik
daarbij achter. De laatste groet, het laatste kusje, de laatste streling… nooit
meer.
Het nieuwe leven, dat te wachten lag na dat bewuste afscheid moest helemaal
opnieuw vorm worden gegeven. Gaandeweg, met vallen en opstaan werd deze route
steeds duidelijker zichtbaar. Ik kon niet terug naar het oude spoor. Met geen
mogelijkheid zou mijn trein ooit weer op dat station aankomen. Met dit weten,
werd mijn verlangen groter om het aan te kunnen. Met deze overtuiging tufte ik
eerst voorzichtig en langzaam, maar geleidelijk aan in een constant tempo mijn
toekomst tegemoet. Hoe wonderbaarlijk was het, dat ik bij elke nieuwe halte,
het aan mijn kind mededeelde. Haar naam bleef ik telkens weer noemen en zo
kreeg ik het voor elkaar, dat ze altijd weer aanwezig bleek te zijn. Ik nam haar
mee op mijn reis en daar zal ze altijd een deel van mij blijven.
Lijfelijk is ze niet meer aanwezig, maar in alles zing ik haar naam…