Hoe moeilijk het ook was. Hoe graag ik haar ook vast had gehouden. Toen mijn kind bij mij vandaan vloog, overspoelde mij ook een gevoel van opluchting. Terwijl ik haar handje nog vasthield en haar mijn laatste woorden toefluisterde, gleed er een vlaag van vrede en ontspanning over haar gezichtje. Het gevecht was voorbij en ze mocht gaan. Er was geen pijn meer. Ze was vrij.
Ik heb me dikwijls afgevraagd, hoe ik verder heb kunnen
leven. Mijn lichaam heeft de vele jaren van haar ziek-zijn opgeslagen in elke
cel en elke vezel. Vaak komen de beelden van haar strijd nog naar boven en
maken mijn dag grijs en grauw, maar het besef dat er geen leed meer is, geeft
me kracht om de toekomst weer in te kleuren.
Een vlinder is voor mij, de meest duidelijke symboliek voor het leven, dat
geleefd werd. De tijd, die mijn kind hier op aarde mocht beleven en dat met
zoveel enthousiasme heeft gedaan, zie ik hierin terug. Zwevend van bloem naar
bloem. Rustend in de zon en genietend van de wind. Bevrijd uit de duisternis
van de cocon en vertrouwend op haar vleugels, die haar van hier naar daar
vervoeren.
Van hier naar daar en van daar naar hier. Tussen de werelden van gezien en niet
te zien zijn en toch wetend dat beide werelden aan elkaar verbonden zijn.
Mijn kind, vrij van alle lijden, fladdert regelmatig om mijn heen. Elke keer
wanneer er een vlinder zich aan mij toont, groet ik haar, ik lach en wandel
verder.