De muren lijken zoveel harder en ze tonen me, meer dan ooit,
de ruimte waarin ik me bevind. De wereld is gesloten en we mogen een tijdlang
niet echt in vrijheid doen, wat we tot nu toe altijd hebben gedaan. Het lijkt
beklemmend en beperkend en we kunnen niet wegvluchten naar een ander land of
gebied. We moeten hier met z’n allen doorheen. Achteraf kun je pas zien, wat
goed of juist niet goed is geweest. Achteraf is iedereen wijs. Nu zitten wij er
middenin en kunnen de gehele situatie niet overzien. Het enige wat ons rest is,
zoveel mogelijk binnen blijven en zo weinig mogelijk contacten hebben. Ineens
is visite ontvangen of op visite gaan, niet meer mogelijk en merk je dat dit een
vorm van machteloosheid geeft. Hele groepen bejaarden, zieken of risicogroepen
worden afgesloten. Toch wordt er vindingrijk met deze quarantaine omgegaan. We
zingen en maken muziek, we sturen filmpjes en mooie woorden. Ineens is er een
grote stroom van contact op afstand en de mens voelt zich gezien.
Onze menselijkheid krijgt de tijd om zich te tonen. We moeten namelijk allemaal
rustiger aan doen en binnen blijven en hierdoor wordt de bron van liefde en
zorg weer zichtbaar. We waren een lange tijd alleen maar bezig met afspraken en
verplichtingen. De eenzaamheid van de ander, werd niet opgemerkt en vooral in
tijden van rouw en ziekte, bleven mensen achter en waren op zichzelf
aangewezen. Laten wij nog even extra stilstaan bij de mensen, die ziek of
alleen zijn of net iemand verloren hebben. Laten wij, vanuit ons hart, liefde
sturen en hen in onze gedachten omarmen. Laat hen weten, dat je aan hen denkt
en dat je hoopt dat deze periode snel voorbij zal zijn en dat we hierna elkaar
weer echt in de armen zullen sluiten.