Ik kijk vaak terug op mijn leven en denk dan aan de mensen, met
wie ik mijn weg gelopen heb. Het zijn niet alleen mijn ouders en kind, die niet
meer mee wandelen. Mijn vriendinnen komen ook vaak in gedachten langs.
Leeftijdsgenoten, die door een niet te genezen ziekte de tijd moesten afgeven.
In stilte herinner ik mij, hun strijdlust, hun vrolijkheid, hun vertrouwen en
uiteindelijk hun overgave.
Geen enkele keer heb ik ze horen klagen, nooit kwam er een woord van woede,
altijd vierden ze elk moment met dankbaarheid. “Tel je zegeningen en wees
vooral dankbaar voor elke dag”. We hebben uren met elkaar gesproken over de
dood en het einde. Beide vriendinnen waren heel overtuigd van het leven na de
dood en ze hadden een diep vertrouwen in een Macht die hun zou steunen. Ik ben
ervan overtuigd, dat die Macht hun heeft gedragen.
De ene vriendin nam afscheid met een stralende lach, met een grote
nieuwsgierigheid naar het komende Licht. De andere vriendin vierde haar leven
met een ‘afscheids- en dankbaarheidsdienst’.
Wanneer de dood dichterbij komt, word je naar een punt geleid, waar controle
losgelaten moet worden, er vallen vele belangrijke maatschappelijke zaken weg
en vormt stilte een warme deken van liefde en verbondenheid met ieder om je
heen.
Ik zal de mensen, die over zijn naar het Licht nooit vergeten… Ik herinner niet
hun dood, maar wat ze voor mij hebben betekend tijdens hun leven. Ze wandelen
mee, in hun voorbeeld en hun denkwijze, hun manier van lachen, denken, spreken
en doen. Altijd in herinneringen, altijd in liefde verbonden.