Het was nog donker in de kamer, de gordijnen waren dicht, de zon scheen maar de stralen konden niet naar binnen dringen. Kleine Ster zat op het randje van het bed naar Mythe te kijken en vroeg zich bezorgd af of zijn vriendinnetje zich al een beetje beter voelde. Haar ogen waren dicht en haar hoofdje was gloeiend. Ze ademde zwaar en soms kreunde ze een beetje. Voorzichtig kroop Kleine Ster naar Mythe toe en hield haar hand vast. Heel langzaam gingen haar ogen open en toen Mythe Kleine Ster zag verscheen er een glimlach op haar gezicht. Mythe fluisterde: “Hallo vriendje, ik voel me niet zo lekker vandaag. Het spijt me dat we niet buiten kunnen gaan wandelen en picknicken zoals we dat gisteren hadden afgesproken”. Kleine Ster trok z’n schouders op en zuchtte diep. Zacht sprak hij:” Lieve Mythe, ik vind het zo oneerlijk voor jou. Je bent al zo vaak moe en soms kun je helemaal niet spelen omdat jouw hoofdje zo’n pijn doet en nu ben je ook nog heel erg ziek! Je kunt nooit eens genieten zoals alle andere kinderen dat doen! Wij hadden ons zo verheugd om buiten te wandelen en de mand met lekkere hapjes staat ook al klaar…”. Mythe keek naar Kleine Ster en glimlachte. Ze drukte Kleine Ster stevig tegen zich aan en slaakte een nog diepere zucht. “Je kunt toch niet over eerlijk en oneerlijk spreken, Kleine Ster. Mijn lichaam is nu eenmaal niet zo sterk en als het zegt dat het rusten moet, dan luister ik en blijf ik rustig in bed liggen totdat ik weer krachtig genoeg ben om weer op te staan.” Kleine Ster vond dit geen goed antwoord en vroeg: ”Maar Mythe, wil jij dan helemaal niet lekker spelen en springen en dansen en zingen, zoals alle andere kinderen doen?” Mythe fronste haar wenkbrauwen en trok een gezicht zoals alleen Mythe dat kan doen, wanneer ze heel erg diep nadacht. Uiteindelijk kwam het antwoord:
”Kleine ster, natuurlijk wil ik dat wel en toen ik nog veel kleiner was, ben ik vaak boos en verdrietig geweest. Maar weet je, ik ontdekte dat ik hierdoor alleen maar mijn energie verloor. Ik merkte dat ik steeds vaker last en pijn kreeg omdat ik niet wilde luisteren. Het duurde wel een poosje hoor, maar toen ik wat groter werd lukte het om mijn lichaam te voelen en ging ik rusten wanneer dat moest en ging ik slapen wanneer ik moe was. Probeerde ik te dansen wanneer het kon. Begrijp je me, Kleine Ster?” Met hoopvolle blik keek Mythe naar Kleine Ster en ze zag dat er een andere blik in de ogen van haar vriendje verscheen. Zijn boze gefronste blik was verdwenen en hij sprak voorzichtig: “ Je bedoelt dus eigenlijk dat je tevreden bent met wat je kunt! En wanneer het niet kan, dan leg jij je hierbij neer en wacht tot een volgende mogelijkheid. Dus vandaag ben je niet lekker en blijf je op bed. Je geeft jouw lichaam de tijd zich weer op te laden om misschien morgen naar buiten te kunnen!” Eventjes bleef Kleine Ster stilletjes voor zich uit staren en ging toen verder:” Oh, lieve Mythe, sorry dat ik dan zulke woorden tegen je zei, dat bedoelde ik helemaal niet hoor. Ik was alleen bezorgd om je en vond het zo vreselijk vervelend voor je.. Het spijt me.” Kleine Ster sprong bij Mythe op het kussen en gaf haar een dikke zoen om haar voorhoofd, dat gelukkig niet meer zo warm aanvoelde. Mythe glimlachte en deed haar ogen weer dicht, om al spoedig weer in slaap te vallen. Kleine Ster bleef rustig bij haar zitten en sprak zachtjes:” Slaap maar lekker en rust maar goed uit. Ik besef nu dat je moed en kracht nodig hebt om jouw leven op jouw manier aan te gaan. Ik vind je een kanjer, omdat je aanvaardt dat het leven komt zoals het komt en dat jij hier het beste van maakt.”