Op het ritme van de tijd, reed de trein vol enthousiasme over de rails. Verre oorden werden verkend, elk moment gevierd en de wereld werd beleefd. Het leven had z’n cadans en de dagen regen zich aaneen. Geluk was de gewoonste zaak van de wereld. Alles was perfect. Hoe mooi klonk de schaterlach. Hoe heerlijk scheen de zon. Er was geen wolkje aan de lucht.
Totdat de trein tot stilstand kwam. Niet op een station, maar ergens in een onbekend gebied. Je kunt op zo’n moment blijven zitten, in de hoop dat de reis hervat zal worden. Je kunt blijven wachten in de hoop, dat er hulp komt van buitenaf. De enige mogelijkheid om verder te komen is echter, door uit te stappen, met alle bagage die je bij je hebt. Door een vreemde omgeving trek je op zoek naar nieuw ritme. Je voeten vinden een vertraagde melodie. Het tempo is telkens weer anders en soms ben je zo moe, dat je weer stil moet staan. Er rest niets anders dan rust te zoeken en soms is het nodig om nog eens achterom te kijken, om te zien hoever je al gekomen bent.
De ballast blijkt steeds zwaarder te worden en er is geen andere keuze dan lasten en gewicht achter te laten. De wolken drijven mee en verduisteren de dag. Door de mist die aanwezig is, merk je niet dat je in rondjes loopt. De weg is eindeloos. Toch blijven jouw voeten dapper stappen maken, want iets in je binnenste drijft je voort. Alsof er een stem hoorbaar blijft. Een stem die fluistert over een reis die ooit gemaakt is. De trein die je van hier naar daar bracht, waar je gevoed werd door zonnelicht en blauwe lucht. De stem vertelt ook over de liefde, die je tijdens de reis hebt gevoeld en die nu nog steeds aanwezig is. In elke stap, slaat het hart een melodie op woorden van herinneringen. Liefde die alles overwint. Liefde die altijd zal blijven en de dragende kracht is voor een nieuw pad met een nieuwe cadans, waar je nieuw maar ander geluk terug zult vinden met de hartslagen en de beweging van ooit beleefde momenten van de opgeslagen herinneringen.